|
De keuze van vissen. Als
de bak eenmaal met water is gevuld, doet de trotse eigenaar meestal een paar
stappen terug, om het geheel te bewonderen. Meestal gebeuren nu de grootste
fouten door snel naar de winkel te hollen om een paar visjes te kopen. Denk wel
aan de gulden regel om het geheel eerst een twee tot drie weken te laten rijpen
voor ook maar één visje in je nieuw aquarium in te brengen. Tropische
vissen kunnen worden verdeeld in twee groepen, enerzijds de levendbarenden en
anderzijds de eierleggers. De levendbarenden brengen jongen ter wereld en zijn
wat makkelijker te kweken. Deze levendbarenden zorgen niet voor hun jongen, dus
de kans dat ze opgegeten worden is vrij groot. Het seksen van levendbarenden is
tamelijk eenvoudig omdat de aarsvin van het volwassen mannetje gevormd is als
een zwaardvormig gonopodium. Bij het wijfje heeft deze vin de normale
waaiervorm. Eierleggers vormen de meerderheid van de tropische vissen. In het
algemeen zien mannetjes en wijfjes er eender uit, ook wat kleur betreft. Als U
zover bent dat U vissen gaat kopen, houd dan rekening met volgende punten.
De
meest voorkomende soorten: De
Karperzalmen: Karperzalmen
vormen één van de grootste vissenfamilies. De meeste soorten stammen uit Zuid-
en Midden-Amerika, sommige zelfs uit de zuidelijke staten van Noord-Amerika. Het
stroomgebied van de Amazone met zijn zijrivieren is dan ook het natuurlijk
milieu van de meeste karperzalmen in onze kleine aquaria. Een eigenschap die
alle soorten kenmerkt, is de aanwezigheid van tanden. Bij sommige piranhasoorten
zijn ze zo groot dat ze hun bek moeilijk dicht krijgen. Maar bij de meer
gebruikelijke aquariumsoorten zijn ze veel moeilijker te zien. De kleine
karperzalmen die in onze aquaria gehouden worden, zijn voor het grootste deel
schoolvissen. Zij stellen het ook zeer op prijs om naast een voldoende
zwemruimte ook wat dichte bosjes van planten te hebben, waar ze kunnen tussen
wegvluchten bij gevaar. Van nature uit zijn de meeste karperzalmen vleeseters,
maar in het aquarium stellen ze weinig eisen aan hun voedsel. Toch is het aan te
raden om geregeld wat levend- of diepvriesvoer te geven. De
eierleggende tandkarpers: De
eierleggende tandkarpers zijn kleine visjes, gewoonlijk met grote rug- en
aarsvinnen. bij de mannetjes is dikwijls de staartvin groot en liervormig. Ook
de borstvinnen zijn dikwijls vrij groot. Ze komen in elk werelddeel voor,
behalve in Australië. Voor het grootste deel leven ze in de tropen, maar ook in
Europa treffen we enkele soorten aan die voor ons aquarium interessant zijn. De
levendbarende tandkarpers: De
levendbarende tandkarpers zijn de meest geliefde en ook de interessantste van
alle aquariumvissen om mee te beginnen. Begrijp me niet verkeerd, iemand die
zich in deze soort wil verdiepen, heeft meer dan zijn handen vol om deze vissen
ten volle te leren kennen.Het verspreidingsgebied strekt zich uit van de
zuidelijke staten van Zuid-Amerika tot aan Argentinië. Ze leven ongeveer 2,5
jaar. Deze vissen zijn ovipaar, dit wil zeggen, de eitjes komen uit in het
lichaam van het wijfje. De mannetjes zijn duidelijk te onderscheiden door hun
gonopodium, dit is een vergroeiing van de vierde, vijfde en zesde vinstralen van
de aarsvin. Hierdoor ontstaat een staafachtig copulatieorgaan. De mannetjes zijn
meestal ook veel mooier van kleur. De
karperachtigen: Deze
vormen de grootste groep van zoetwatervissen. We kunnen ze verdelen in twee
groete groepen. De barbelen enerzijds en de rasbora's, danio's en voorntjes
anderzijds. De vorm van het lichaam is lang-ovaal, soms ook tenger en smal.
Gewoonlijk hebben ze grote, duidelijke schubben. Het overgrote deel heeft
baarddraden, wat hen helpt bij het zoeken naar voedsel in de bodem. Dit zijn erg
actieve visjes en snelle zwemmers. De
labyrintvissen: Het
opmerkelijke aan deze groep is, dat ze beschikken over een speciaal
ademhalingsorgaan waarmee ze atmosferische lucht kunnen inademen. Afgezien van
de primitieve longvissen, zijn er maar weinigen met zo een doeltreffend orgaan.
De meeste leven langen en worden erg tam. Voor de kweek gaan de mannetjes een
schuimnest bouwen van luchtbelletjes, waar de eitjes dan in gelegd worden. Na
een tweetal dagen haal je het mannetje beter weg, daar zijn vaderinstinct dan is
uitgewerkt en hij zijn jongen zou kunnen opeten. De
cichliden: Dit
is een welgekende familie van stekelstralige, baarsachtige vissen. Ze kunnen van
de echte baarzen worden onderscheiden, onder meer door het aantal neusgaten: ze
hebben er één aan iedere kant van de kop, de echte baarzen hebben er twee aan
iedere kant. De vorm van het lichaam kan gaan van snoekvormig tot schotelvormig.
De cichliden komen voor in heel Afrika, ook op Madagascar, en in Syrië, terwijl
één geslacht alleen te vinden is in het zuiden van India en op Ceylon.
In Amerika strekt hun verspreidingsgebied zich uit van Texas, via
Midden-Amerika, tot Uruguay. Ze leven in stilstaand of langzaam stromend zoet
water met veel schuilplaatsen, tussen boomwortels, rotsen of bij rivieroevers
tussen dichte vegetatie. Enkele soorten komen voor in brak water. De
meervallen: Deze
komen in ongeveer 2000 soorten verspreid over de gehele wereld voor. Ze redeen
zich heel goed in water dat modderig is, arm aan zuurstof en rijk aan bacteriën.
Ze eten algen en helpen dus mee om jou bak proper te houden. Verwacht hier
echter geen toverkunstjes van, ze gaan enkel aan de algen als ze voor de rest
geen voedsel vinden.
Klik hier om terug te gaan naar de top
|
Indien u mij wil mailen: Chris_Ceulemans@hotmail.com of Coekaerts-Philippe@belgacom.net |